Obsidiaan …
Een ‘aha-erlebnis’ …
In aansluiting op mijn eerdere bijdrage beleefde ik veel eerder een nog geheel andere ervaring tijdens een wandeling met onze zoontjes en dochter ergens in het Wellse veld. Een jaar of 22 geleden. Zo rond mijn 41-ste ongeveer. De kinderen hadden een uitgesproken interesse in allerlei steentjes en als Vader vond ik dat prachtig.
In een grindgroeve net aan de andere zijde van de grens (maar ook hier in Well) vonden we ze in allerlei formaten, kleuren en vormen. Vuursteen, graniet, zandsteen, dolomiet, gneis, kalksteen en zelfs prehistorische afdrukken van planten en dieren hierin.
Mijn interesse in stenen begon hierdoor te groeien, nog niet wetende dat ik er een flinke verzameling van aan zou gaan leggen en dat het sport zou worden om te bezien tot ‘hoe zwaar’ ik kon gaan, in het met de hand verplaatsen van die stenen.
En daarin ging ik ver. Onze tuin ligt er vol van.
Maar nu terug naar het Wellse veld; 'De Band', nét voordat aldaar de schop in de grond ging voor de kleiwinning t.b.v. de eerste dijkaanleg waarna er een prachtig Natuurgebied ontstond, zoals dat nu het geval is.
Daar vond ik een heel zwart steentje waar ik veel over kon vertellen: steenkool!!
Yes, ik kon weer eens lekker in mijn educatieve Vader-rol kruipen.
En dus vertelde ik hoe ik als adolescent alhier mijn eerste centjes verdiende, door het plukken van vooral komkommers alhier in ‘De Band’, bestemd voor onder andere ‘De Verse Groentetuin’ van familie Peeters-Rutten. Ik vertelde over de plezierige tijd dat ik jarenlang voor die familie heb mogen werken en dat ik ook via die weg hun Moeder heb leren kennen. Dat was mijn proloog over een tijd van nog veel langer geleden, de prehistorie. En dus sloot ik in mijn verhaal aan hoe dat zwarte steentje, het steenkool ontstaan was en vertelde over de planten en dieren van lang geleden.
Van het sterven en het verrottingsproces van vooral die planten in het carboon tijdperk, als onderdeel van het paleozoïcum. Over de geomorfologie en hoe transformatie verloopt van veenmoerassen via bruinkool naar uiteindelijk steenkool, waarbij het proces niet stopt. Door middel van bodemdruk kan steenkool metamorfoseren in antraciet - grafiet en zelfs in diamant, zo ging ik voortvarend verder en ik scheen me op dat moment, in al mijn enthousiasme en al mijn weten te verliezen. Zo geweldig vond ik het om al dit weten van mij te vertellen. Heerlijk was dat.
Ik vertelde over de zwarte gebogen gietijzeren kolenkachels van vroeger en hoe de steenkool door de altijd koolzwarte en beresterke 'kolenboer' gebracht werd.
Die de zware kolenzakken dan ik het keldergat ledigde, wat ik in die jaren altijd een mysterieuze en ook wel akelige plek vond. Ik vertelde over het 's morgens vroeg poken en aansteken van de kolenkachel door mijn Vader. En hoe snel dat wij kinderen vanuit onze ijskoude slaapkamer dan ons best deden om voor die lekkere warme kachel te gaan zitten. Soms vochten we er zelfs om, want op de slaapkamerramen zaten in de winter bijna altijd wel 'ijsbloemen' en in de huiskamer was het voor ons gevoel ook steenkoud.
Tijdens mijn verhaal bleven de kinderen mij recht en stoïcijns aankijken zonder mij te onderbreken, zonder enige emotie waar te nemen. Ze gaven geen krimp.
Hun aandachtige reebruine oogjes werkten magisch voor mij waardoor ik in mijn verhaal nóg meer enthousiasmeerde.
Toen ik na ongeveer een 20-tal minuten klaar was met mijn didactisch betoog, zei het oudste zoontje van ongeveer 11 jaar iets opmerkelijks met zijn ietwat hakkelige stem en nu wél een frons op zijn wenkbrauwen en serieus gezichtje:
"Papa, volgens mij is dat geen steenkool, maar obsidiaan".
Ik dacht dat ik het in Keulen hoorde donderen en van obsidiaan had ik nog nooit gehoord of gelezen. Of het is me niet bijgebleven. Als 'Vader' sta je dan toch even te kijken en nog veel meer toen we het thuis gingen checken. Warempel zeg … Een ‘aha-erlebnis’ … alweer.
Het bleek werkelijk obsidiaan (zwart vulkanisch glas) te zijn en dat was een prachtervaring, waarvan mijn oudste zoontje niet onder de indruk bleek te zijn. Ik zag op zijn kindergezichtje eerder een verbazing dat ik dat niet wist. Ook wist ik nog niet dat ik meer van onze kinderen zou gaan leren, als dat ik van mijn goed bedoelende ouders geleerd had. Vroeger had Vader altijd gelijk, maar gelukkig gaat dat in deze tijd niet altijd meer op en ik stond open voor alles wat onze kinderen ons vertelden. Ik denk nog steeds dat het heel goed is om goed naar onze kinderen te luisteren, ze weten vaak meer dan dat wij aangeleerd hebben gekregen of wat wij volwassenen denken te weten.
Het oudste zoontje zou overigens vele jaren later promoveren aan de Universiteit Twente alwaar hij zijn graad van PhD (Doctor of Philosophy) behaalde in de Artificiële Intelligentie en momenteel werkt als ‘associate lector at Ambient Intelligence’ (omringende intelligentie), aan de Saxion University of Applied Sciences.
Enfin, het zou een lange, maar niet minder interessante hobbelige en kronkelige weg worden, om mij te verlossen van al dat wat mij aangeleerd was en om verder te denken dan mijn denkpiste van destijds; het geconditioneerde paradigma.
Heel veel bleek later dan ook anders te zijn, dan dat ik dacht te weten en dergelijke ervaringen had ik rond mijn 30-ste, 35-ste en 38-ste levensjaar. Mogelijk kom ik daar later nog wel een keer op terug.
Het buiten de kaders denken vond een verdere doorgang en sindsdien is er erg veel veranderd. Zo ook in ‘de band’ van weleer. Met alle respect voor de mensen die dit land eeuwenlang gecultiveerd hebben en alwaar ik ook mijn fijne herinneringen aan heb.
Veel hiervan is te vinden in de site: https://www.archiefwell.nl/toponiemen/de-band met prachtige oude foto’s.
Het is nu weer terug gegeven aan daar waar het vandaan komt: aan de Natuur die zich hierin wedergevonden heeft en waarin talrijke vogel- en andere diersoorten foerageren en hun thuis hebben hervonden, net als de plantenwereld waarmee de hardnodige biodiversiteit weer groeit. Een gebied wat volop bloeit in het voorjaar, waar vogels hun hoogste lied zingen en waarin de mens de rust kan vinden in de jachtige hedendaags lijkende waan. Waar ik eens mijn verhaal vertelde over een zwart steen(kool)tje en waar ik lang geleden mijn eerste centjes verdiende om komkommers en ook aardbeien te plukken. Een prachttijd!
Met dank en respect voor de grond van ‘De Band’ waar de Wellenaar al die jaren zijn gewassen heeft verbouwd, om aan het eind van de vorige eeuw die grond te gebruiken voor de eerste dijkaanleg tegen het hoge water zoals we dat in 1993 en 1995 beleefd hebben en waardoor nu een prachtig Natuurgebied is ontstaan.