Het gaat nu weer prima met mij: elke dag eten, elke dag word ik geaaid, ik heb een tekenband én een belletje om zodat vogeltjes kunnen vluchten voor mijn natuurlijk gedrag en … soms mag ik zelfs heel even binnenkomen. Dat miauwt misschien vreemd en dat leg ik graag uit.
Mijn eerder ‘personeel’ was aanvankelijk blij met mij, het ontbeerde mij als kitten aan niets. Ik werd prima verzorgd en mocht ook naar buiten via een kattenluikje.
Vogeltjes vond ik heel interessant; ze kunnen vliegen: ongelooflijk! Dus een uitdaging om ze te vangen, ik kon gewoonweg niet anders. Muisjes zijn ook erg interessant!
Lekker rollebollen in het gras en ik werd verwend. Miauw!!
Een keer heb ik een ontroerende film gezien op tv: ‘Cats’. Ik begreep niets van die Engelse woorden, maar emoties van mijn soortgenoten (die zich zelf Jellicles noemden) spraken boekdelen. Rare katten in mensengedaante en een zielige film hoor, maar het miauwen was wel mooi!
Miauwauw! Ik had het veel beter dan in die film … Totdat alles een wending kreeg.
Ik werd in de steek gelaten en bleef achter bij de verhuizing.
En zo voelde ik mij in die film terecht komen, maar nu was het mijn werkelijkheid!
Ik verwerd tot een straycat, zo noemde ze dat in ‘Cats’. Mi-jammeraauwie.
Geen dak meer boven het hoofd, geen eten, geen geaai meer. Koud en nat.
Bah, vogeltjes en muizen vangen werd nu een noodzaak om te overleven en ik zag andere katten die ook zo leefden. En waar we vertoefden verdwenen alle vogeltjes.
Ik vermagerde en kreeg ruzie met andere en verwende katten zoals ik dat eerst was.
Zij vingen vogeltjes voor hun plezier en ik … mi-auuwtsj … kón er geen meer vangen.
Er waren er bijna geen meer. Ik werd niet meer geaaid … aangeraakt …
Na jaren vestigden zich, waar ik rondzwierf een nieuw stel jonge lieve mensen met lange krullende haren. Ze leken mij heel aardig en … ze gaven mij eten en aandacht.
Het bleken Natuurvrienden te zijn die óók van vogeltjes houden. Vandaar mijn belletje, en dat ze van mij houden was overduidelijk. Ik kreeg zelfs een tekenband.
De man van dat stelletje vertelde mijn verhaal aan zijn vader die er een column over gaat schrijven. Hij vond dat geweldig mooi om te horen en ook hij heeft mij heel lang geaaid, in de zon binnen achter het raam. Miauwauw!!”
Klopt als een zwerende vinger Puk, fijn dat je het goed hebt bij onze oudste zoon en zijn vriendin.
Het is triest hoe de mens met zijn huisdier om kan gaan en hoe onze soort met de Natuur omgaat. Er wordt gesproken en geschreven over ‘invasieve soorten’, maar de mens vergeet dat hij de meest invasieve soort is die existeert. En in Nederland (en in tal van andere landen) is de kat dat ook, daar veel katten verwilderd zijn én loslopen waar ze maar willen.
En dat ligt niet aan al die katten, integendeel.
Loslopende katten kunnen er niets aan doen dat ze vogeltjes willen vangen of poepen in de zandbak van de kinderen.
Kattenpoep is zéér vies waarin de parasiet toxoplasmose gondii gedijt. Zwangere vrouwen lopen gevaar bij aanraking hiervan dat de foetus ernstige schade kan oplopen met als gevolg een miskraam, verkalkingen in de hersenen, ontwikkelingsstoornissen, bloedarmoede, geelzucht en lever- en miltvergroting.
Ook kunnen de loslopende katten het niet helpen dat ze verongelukken of dat ze ongelukken veroorzaken in het verkeer, soms met dodelijke gevolgen voor mens én dier.
Ze zijn een evident gevaar in het verkeer, maar ook voor de biodiversiteit en voor het tuinleven (van andere mensen).
Zouden de kattenbezitters die hun katten los laten lopen het besef hebben (naast het eerder genoemde) dat er anderen zijn, die stenen naar hun ‘geliefde’ katten gooien of er met de buks op schieten? Of dat ze zelfs vergiftigd worden of (kunnen) verongelukken in het verkeer?, zoals ik al schreef.
Zijn dat daadwerkelijk bewuste ‘kattenliefhebbers’ of kan het hen allemaal niets schelen?
Enfin, ik mailde hieromtrent een brief naar de Partij voor de Dieren, die het credo …
"De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten.”
… hoog in haar vaandel heeft staan, waar ik het ironisch roerend mee eens ben. Ik stelde de partij na een heldere inleiding over kattenoverlast drie vragen, waarin ik onder andere schreef:
"Ik ken mensen die overlast hebben van katten in hun tuin, waarvan naast vogelnesten ook hun planten worden vernield. Volièrevogels die door katten doodgeslagen worden tijdens hun slaap tegen het draadgaas en zelfs mensen die gekrabd en gebeten worden door katten.
Hoe staat uw partij hier tegenover en wat vindt uw partij wat de melders kunnen doen tegen deze overlast? Katten die niet enkel een gevaar zijn voor een tuinleven, maar ook een gevaar zijn voor de 'in het wild levende dieren', voor het verkeer én zichzelf.
Wat gaat uw partij hieraan doen?”
Ik kreeg suggesties in hun brief waarbij de bal vooral niet bij de kattenbezitter werd gelegd en las:
“Het is evident dat uw partij er niets aan doet, zo concludeer ik. Het wordt afgeschoven op de dierenbescherming, de wijkagent of wijkbeheer. Typisch.
Het lijkt mij niet prettig voor katten om gecastreerd te worden.
Het versterken van de Natuur en het bevorderen van de biodiversiteit is lovend, maar feitelijk breidt uw partij de (voedsel) mogelijkheden voor loslopende katten uit.
E.e.a. heb ik hier nagelezen en bij de ‘conclusie’ lees ik dat het menselijk onverstand prevaleert.”
Waar zijn we toch mee bezig?
(info? klik op de onderstrepingen. 😉)