Wat een tijden allemaal en wat klagen en schelden we er op los … ik merk dat het nu de vijfde keer is dat ik dit verschijnsel aantip en dus is het tijd om dat nu eens los te laten.
En dus fijn om even terug te denken aan iets moois, aan een van de toch wel vele mooie dagen van dit jaar tot nu toe, waarvan ik hoop dat iedereen die heeft mogen beleven.
Een van die dagen heb ik destijds omschreven op het (voor mij) forum zaliger.
Dit is wat ik schreef, getiteld:
“Vandaag (26 juni 2020) was een prachtige kajak-dag.”
Voordat de zon achter ons opging bevonden mijn (kajak)vriend André en ik ons op het nog rimpelloze en spiegelende Veldense Maaswater. We wilden ons graag laten verrassen en verwennen door de Natuur. Misschien wilden we ook wel onthaasten of onbewust heel even vluchten van wat er allemaal gaande was. Zo besloten we om te ‘Zijn’ met de Natuur om zodoende rustig te peddelen richting het rustig gelegen Well aan de Maas.
Al meteen na de waterlating van de kajaks werden we opgemerkt door een bever, die met een flinke klap zijn staart op het water sloeg, ons attenderende op zijn aanwezigheid.
Alsof hij daarmee zei: “Blijf verdikkeme bij we weg!”
Verderop kwamen we zelfs een beverfamilie tegen die ons niet opgemerkt had.
Bijna een kwartier lang hebben we van die spelende familie mogen genieten.
In totaal hebben we acht van die prachtdieren mogen waarnemen die dag.
Al eens een ijsvogel zien wegvliegen met de zon in hun rugje? Zeven stuks van die blauw fluorescerende gevleugelde diamanten zagen we tijdens onze tocht voor ons uit vliegen.
Ter hoogte van de hoogwatergeul bij Broekhuizen genoten we van een vlucht van twaalf stralend witte lepelaars tegen de strak hemelsblauwe lucht als ‘engelen’ in de lucht.
Een roze flamingo was de spreekwoordelijke kers op de taart, die als een standbeeld roerloos stond tussen de waterplanten. Al dit naast de talloze oeverzwaluwen, eenden- en ganzen soorten, zwanen en niet te tellen fluitende zangvogelsoorten langs de oevers.
Oevers die aan weerszijden van de Maas voorzien waren van rijk bloeiende planten; een lust voor het oog en die met hun aroma’s welhaast bedwelmend werkten, gelijkend een fougère. En dan die andere heerlijke geur, die we allemaal kennen (maar niet bij naam) na een regenbui en na een langere drogere en warme periode: Petrichor. Veroorzaakt door de vallende regendruppels die als veel kleinere opspattende druppeltjes bacteriën van organische resten en mineralen mee in de atmosfeer nemen, waarna ze openbarsten. Wat we dan ruiken wordt geosmine (oftewel Aardgeur) genoemd. Communicatie met Moeder Aarde, zo voel en beleef ik dat. Voelt als ‘thuis’ …
Heerlijk was dat. Geen corona, geen discriminatie, geen angstige mensen, geen digitale af- en misleiding, geen menselijke negatieve prikkels, niets al van dat. Aan de diverse oevers aangemeerd om de benen te strekken en even al die prachtige Vaderlandse planten te bekijken. Gedronken, gegeten en zelfs even geslapen. Gemediteerd in diepe contemplatie en geluisterd naar de wind en het zacht kabbelende Maaswater. Een gezegende dag om alweer dankbaar voor te zijn. Wat een (innerlijke) rust gaf dat weer.
En zo’n dag was het die dag tot het moment, dat we enkele vissers dan toch onverhoeds tussen de waterplanten opmerkten, die meer gebezigd waren met hun mobieltjes dan met het vissen an sich. We werden zelfs niet opgemerkt.
En dat geeft dan weer te denken … maar de Natuurlijke rust bleef gelukkig.
Totdat we in de verte een kakofonie van specifiek bekende geluiden ontwaarden. In de lucht kennen we het als vliegtuig, maar nu was het een ander niet te miskennen geluid. De Natuurlijke rust werd nu opgeluisterd door de vijfde symfonie van gemotoriseerd watertuig.
De zangvogels zwegen steeds meer en zochten hun heil elders.
Een enkele kleurrijke eend snelde zich naar de oever om zich te verschuilen en de laatste aalscholvers en scholeksters zagen we wegvliegen. Geen bever meer te zien.
Het water verwerd in plaats van rimpelloos nu rusteloos en een dappere waterskiër toonde ons zijn beste acrobatische kunsten, waarbij een enkele snelle speedbootbestuurder het blijkbaar leuk vond om wat grotere golven te veroorzaken voor ons kajakkers … los van al die jet-skiërs die zich als een ‘plaag’ van muskieten manifesteerden.
En dat gaf nogmaals te denken …
Aangekomen in ons dorpje werd het gelukkig weer wat rustiger.
Waar het wederom goed vertoeven was (en nog steeds is) om hier in Well-te-rusten.