“Wanneer je verdrietig bent, kijk dan opnieuw in je hart en zie dat je huilt om dat wat je vreugde schonk”, vertelt ons een citaat van Khalil Gibran (Libanees-Amerikaans schrijver en kunstschilder 1883 - 1931).
En precies zo is het, maar het verdriet wordt hierdoor echter niet weggenomen.
Enkel de reden is gevonden. Bovendien is er ook nog een ander soort verdriet, wat Khalil Gibran in zijn stelling blijkbaar even vergeet. Zoals ik al eerder schreef zijn het vooral de kleine vuren, waar we ons aan kunnen warmen. Zoals een toegeworpen glimlach, kus of knipoogje. Een aanraking.
Non-verbale communicatie in optima forma, die meer ‘spreekt’ dan 1000 woorden en waarbij er geen miscommunicatie kan ontstaan. Hoewel je met die voorbeelden tegenwoordig ook weer erg voorzichtig mee dient te zijn. Lastig, want je hebt zo een veroordeling te pakken.
Die lastigheid is minder te bemerken in de Natuur. Hoewel … ook daar is welhaast alles ziek of wordt nog ziek, naast al dat wat al verdwenen is. Ik schreef er al over in mijn columns. Het zijn ‘de huidige dingen der helaasheid’. Alweer lastig dus. Jeetje zeg.
Een vroege ochtendwandeling bracht vreugde. Op 3 april jongstleden. Een week voordat de ‘goede week’ (christendom) begint. Niet dat ik veel op heb met de kerk, maar toch, die ‘bezinningsweek’ doet wel altijd wat met mij. Een bepaalde conditionering die ik allerminst vervelend of erg vind.
André Boom en ik besloten die ochtendwandeling te maken. Nou ja, 08:00 uur (toen ik bij zijn huis in Well arriveerde) was nog niet zo heel erg vroeg. Het vroor maar liefst 6 graden Celsius. Geen wind en het voelde zich dus ‘warmer’ aan dan dat het was. Niets mis mee met af-en-toe een lekker zonnetje tussendoor.
Vanuit Well wandelden we over onze koninginnebrug via de Wanssumsse weerd richting Blitterswijck. De bevroren -sompige- grond was nu door de vorst prima te belopen. Aldaar maakte ik een foto richting Well met op de voorgrond een brugje, nét boven het water gelegen van een van de diverse hoogwatergeulen.
We kwamen bij de voorheen langste kloostermuur van Nederland aan, alwaar we een gloednieuwe en onverwachte kleine calvarieberg aantroffen. Hup ook op de foto:
Even later kwamen we bij een bloeiende appelboomgaard aan die veranderd was in een heus ijs-sprookje. Iets wat ik tijdens mijn ruim 64-jarige leven niet eerder van zo dichtbij en live gezien had. En ook dat legde ik op de foto vast. Zie kopfoto. Gemaakt in een boomgaard nabij Blitterswijck.
De wandeling ging verder door de mooie Natuur van
’t Sohr.
Aldaar wandelen kan ik iedereen aanraden (die natuurlijk wel van wandelen houden).
Een lekker glaasje bier met appelgebak rond het middaguur ging er op de terugweg bij Veerhuys Tante Jet wel in. Weer verderop doorgewandeld richting Well was al het ijs inmiddels al gedooid. Hier kwamen we bij een paar prachtig bloeiende oude kersenbomen terecht. Wow!
Om 14:00 uur kwam ik weer thuis. Wat een vreugdevolle wandeling en wat een vreugde om ook weer thuis te zijn. Wat fijn om mijn Natuurgevoel met André gedeeld te hebben en andersom. Wat een talrijk aantal kleine vuren waar ik me aan kon warmen en wat een zegeningen. Dit werd waarachtig een goede week, terwijl die officiële week nog zou moeten beginnen.
En nu zit ook die week er alweer zowat op, waarbij toch altijd weer dat metaforische lijdensverhaal van Jezus mij nog wat intenser doet bezinnen, dan alle andere weken. Waarschijnlijk conditionering zoals ik al schreef. Mijn gedachten zijn dan nog sterker bij het vele leed wat veel mensen elkaar aandoen. En wat ze de Natuur en zichzelf aandoen.
Dat levert mij een verdriet op wat Khalil Gibran in zijn stelling dus even vergeet, verdriet van alle tijden en dat kan niet weggenomen worden. Hooguit kan ik wel even afgeleid worden, waardoor ik in een ‘andere’ werkelijkheid kom:
De zintuiglijke en enige ware en échte werkelijkheid, de werkelijkheid die je omringt.
De ene keer werd ik afgeleid van dat verdriet door een zoemende bij, de andere keer was het een vlinder of een bloem. Heerlijk geurende lentebloesem. Soms zelfs bijna bedwelmend, waarbij de lentezon de naakte huid kuste.
Aroma’s van pas gemaaid gras of gewoon een dennenbos. En die andere adembenemende geur die volgt na een wat drogere periode als er een regenbui is gevallen. Die geur heet petrichor.
Besef en Bewustzijn en in het moment ‘nu’ leven, moment na moment. Als er dan de gedachte is aan verdriet, dan is ook die echt. Bezinning dus en zegeningen tellen.
En nu? Nu op naar al die andere goede weken!
“Een tevreden geest is de grootste zegening die een mens in deze wereld kan hebben.”, vertelt ons een citaat van Joseph Addison (Engels politicus, schrijver en dichter 1672-1719).
En dat zou best wel eens kunnen kloppen.