Van november tot en met februari vinden ieder jaar de meeste woninginbraken plaats. In het donker zijn inbrekers namelijk minder zichtbaar en kunnen ze gemakkelijker hun gang gaan. Met deze tips kunt u de kans op woninginbraak verkleinen. Inbrekers kijken vooral hoe gemakkelijk ze een huis binnen kunnen komen.
Dus:
• Doe ramen dicht en draai de deur op slot. Ook als u maar eventjes weggaat.
• Laat uw sleutels niet aan de binnenkant van het slot zitten.
• Verstop uw sleutel nooit onder de deurmat of een bloempot.
• Gebruik goedgekeurd hang- en sluitwerk voor uw huis. Deze herkent u aan het SKG-logo met drie sterren.
• Leg waardevolle spullen uit het zicht.
Zorg voor een bewoonde indruk
Een inbreker breekt het liefste in als de bewoners niet thuis zijn. Met deze tips kunt u het erop laten lijken dat er toch iemand thuis is:
• Laat een lampje aan als u vertrekt. Het liefst ledverlichting, om stroom te besparen.
• Maak gebruik van slimme verlichting of een tijdschakelklok. Deze laten op verschillende momenten licht aangaan in uw huis. U kunt er ook voor kiezen om het licht bijvoorbeeld pas aan te laten gaan wanneer het donker is.
• Laat eventueel koffiekopjes of iets dergelijks staan.
Doe ook het tuinhek en de schuur op slot
De laatste tijd is het aantal inbraken in schuurtjes, tuinhuisjes en garages flink toegenomen. Doe daarom altijd uw tuinhek, schuur of garage goed op slot. Ook als u thuiswerkt.
Zet inbrekers in het zicht
Inbrekers gaan natuurlijk het liefst ongezien te werk. Met deze tips zet u ze in het zicht:
• Doe een buitenlamp aan of plaats een buitenlamp met bewegingssensor die aanspringt als er iemand langs komt.
• Daarnaast is het verstandig de struiken rondom uw huis kort te snoeien, zodat uw huis voor buren en voorbijgangers goed te zien is