Vrijdagavond. De klok sloeg 19:00. De figuranten stonden op hun post en langzaam druppelden de kinderen de Buun in. De opkomst was boven verwachting. Maar liefst 35 kinderen liepen die avond mee. De leiding verdeelde de kids in groepen. Mijn groepje mocht als 5de de deur uit. Ik woon al bijna 10 jaar in Well en heb jammerlijk nog nooit het genoegen gehad om met de volwassen Spokentocht mee te lopen. Dus ik liet het maar over me heen komen. Hoe eng kon het zijn, tenslotte! Allereerst moesten we naar een kamertje waar een introfilmpje werd gedraaid: De Vervloekte Bruid die met een gebroken hard ronddwaalde in de Bossen van Well.
De route liep over de Kasteellaan, achter het Kasteel langs, richting de Maas en via de Bleek terug naar de Grotestraat, om vanuit daar via het Wells Ommetje bij de Begraafplaats te eindigen. Vol goede moed vertrokken we. Mister Spokentocht John Alberts wachtte ons op bij het kruispunt. Wat zag hij er goed uit…veel knapper dan in het echt! Hij wees met zijn stok waar we heen moesten. Bij het kruis van Jezus wachtte ons een verrassing: twee bebloede Bruidjes naderden ons in het schijnsel van de maan. Ze leken te zweven. Mijn groepje keek gebiologeerd naar deze stille Witte Wieven. Daardoor vergaten ze hun omgeving en waren ze niet bedacht op het naderende gevaar van achteren.
‘WAAAAAAH’, gilde een Bloedbruidje vanuit het niets en draaide om ons heen. De kinderen gilden, daar hadden ze niet op gerekend! Dat werd dus oppassen geblazen! We volgden de dwaallichtjes langs de route en na een paar heksen gepasseerd te hebben, verlieten we de verharde weg om het zandpad in te slaan. Vanaf hier was de route in het donker, maar de maan verraadde een springerig silhouette. Steeds harder holde het gekke monster op ons af. Toen het dichterbij kwam, bleek het een op hol geslagen clown te zijn. Ik haat clowns en vind het een overschat komisch figuur dat niet voor niets in veel horrorfilms zijn opwachting doet. Ik versnelde mij pas en trok de kinderen mee. ‘Vlug jongens, snel naar Brienen!’ De clown bleef maar achter ons aanlopen en wij liepen steeds harder door. Plots hoorden we achter ons een snerpend geluid. Metaal op steen! We gilden en holden hard door. Met de clown en zijn metalen schep op onze hielen.
‘Aaaaah’, stokstijf stonden we weer stil. Daar roetsjte iets zwarts over de weg. ZWWWWIIIEEP! Wat was dat? Eén van de kinderen greep mijn arm en liet het niet meer los. We naderden het huis van de Brouckmannetjes voor een welkome break. Hier werden we onthaald met een heerlijke kop warme chocomel en iets lekkers.
De vuurkorven knisperden en de kerstversiering bracht ons direct in een winterstemming. We tuurden over de Maas, verwarmden onze handen aan het vuur en na een kwartier vervolgden we ons pad…..in de duisternis. Het Wells Ommetje kronkelde langs de Molenbeek. We ontmoetten een monnik met een rokende ketel en enkele gothic Heksen met bloeddoorlopen ogen. Het bleke maanlicht gaf een mysterieuze glans aan het water en de bebossing in de berm zag er verraderlijk spannend uit. Aan het eind van het pad, ik had intussen drie kinderen aan mijn armen bungelen, hoorden we een soort meisjesgezang en zagen we kleine kaarsjes branden op het bruggetje. Het bordje op de grond voorspelde niets goeds: ‘Betreden op eigen risico!’
We hielden elkaar stevig vast en voor ons doemde de Vervloekte Bruid op. Zomaar…uit het niets….zweefde ze naar ons toe. De meisjes gilden en holden snel het bruggetje over, op weg naar de Begraafplaats. Het zandpad werd smaller en over het veld rende een donker figuur op ons af. Zo snel als onze benen ons konden dragen sjeesden we naar het licht, de lampen van het voetbalveld. Het zwarte figuur rende achter ons aan met een luid gebrul. ‘WHOOOEEEAAAAH!’
De Witte Heer Alberts wachtte ons op en gebaarde ons dat we in alle rust weer richting de Buun konden lopen. Daar wachtten de groepen die al klaar waren. Mijn 5 meisjes lieten m'n armen en poncho los en snelden naar hun vriendjes. Ik wreef over mijn pijnlijke bovenarm en glimlachte naar de leiding. ‘En, vonden ze het spannend?’ vroeg één van hen. Ik draaide me om en riep: ‘Meiden, vonden jullie het spannend?’ En met een stoere houding antwoordden ze laconiek:’Ja hé, wij zijn Groep 8-ters, er is wel meer voor nodig om ons bang te maken!’ 'Yeh right', dacht ik lachend en wreef nog maar eens over mijn beurse bovenarm.
Tekst: Patty Kessels